In het Historisch Café van 25 maart 2021 vertelt Jantiene van Elk, Hoofd Bibliotheek van het TextielMuseum en Regionaal Archief Tilburg, over verfreceptenboeken die gebruikt werden in de textielnijverheid en – later- in de textielindustrie. Rondom deze bijzondere bronnen wordt ook een citizen science project opgestart, als onderdeel van de tentoonstelling To Dye For. Deze is vanaf medio 2022 in het TextielMuseum te zien. In het project gaan burgers en wetenschappers onderzoek doen naar de boeken met verfrecepten.
De bibliotheek van het TextielMuseum bezit een uitgebreide collectie boeken over textiel, geschiedenis, materialen, technieken, kunst en design. In het depot van de bibliotheek bevindt zich een heel bijzondere bronnenverzameling (die voor de meeste bezoekers nooit zichtbaar wordt): handgeschreven manuscripten, verfreceptenboeken en stalenboeken. Ook de collectie van de Leidse katoenfabrikant Driessen met daarin een assortiment laboratoriumboeken (voor het bedrukken van textiel) bevindt zich daar.
‘Heel veel emmers pis’
In de collectie bevinden zich 28 receptenboeken uit de periode 1700-1970. Deze, meest handgeschreven schriften met recepten, werden in de textielindustrie gebruikt om stoffen en garens te verven. Het grootste deel is afkomstig uit het negentiende-eeuwse Tilburg. “De meest bijzondere receptenboeken vind ik de twee schriften van Pollet. Het ene stamt uit 1811 en is nog in het Frans geschreven, het andere is uit 1822. Het zijn uitgebreide recepten, met mooie kleurenstaaltjes en heel veel emmers pis in de receptuur. Het receptenboek van Jellinghaus is ook een hele mooie, met heel veel kleuren en staaltjes”, aldus Jantiene. Deze 28 verfreceptenboeken zijn voor het te starten citizen science project gedigitaliseerd. Aangezien de meeste receptenboeken in een al dan niet onleesbaar handschrift zijn geschreven, worden dezen ‘as we speak’ getranscribeerd door vrijwilligers van Regionaal Archief Tilburg.
Cochenille en indigo
“Aan de hand van de verfreceptenboeken is het mogelijk het verloop van de geschiedenis van het verven te vertellen. Werden er eerst lokale grondstoffen gebruikt, zoals het Zeeuwse meekrap, vanaf circa 1700 kwamen de ingrediënten voor het maken van kleurstoffen vooral uit de Europese koloniën. Denk bijvoorbeeld aan Cochenille uit Mexico, verschillende verfhouten uit Latijns-Amerika en indigo uit – onder andere- Indonesië en Suriname. De verfrecepten laten zien hoe Tilburg met de wereld verbonden was. Alle culturen, waar ook ter wereld, gebruikten en gebruiken kleurstoffen. Ze gebruiken de natuur op inventieve en inspirerende wijze. Dat vind ik zo bijzonder.”
Vanaf 1860 kwamen de eerste synthetische kleurstoffen op de markt. Ook daarvan staan recepten in de boeken. Deze verfrecepten zijn meer korte notities. Grondstof van synthetische verf is vaak koolteer (uit de petrochemische industrie, fossiele grondstoffen).
Kennis over het verven van textiel was vaak geen lokale, maar Europese kennis. Er bestond een Europees kennisnetwerk waarin o.a. verfrecepten gedeeld werden. Tilburgse fabrikanten maakten reizen naar het buitenland en zonen van fabrikanten gingen in de leer bij andere fabrikanten (in andere landen) om de kunst van het verven te leren.
Het begon met een idee
Op de vraag hoe het idee voor het project is ontstaan, antwoordt Jantiene: ” Ik heb al jaren een fascinatie voor stalenboeken. Enkele jaren terug ben ik naar een conferentie over stalenboeken geweest in Sankt-Gallen. Onderzoek naar stalenboeken werd daar vanuit verschillende perspectieven belicht. Ik werd daar heel enthousiast van! Tijdens de eerste lockdown in het voorjaar van 2020 heb ik boeken over verven en de geschiedenis daarvan meegenomen naar huis om me in te lezen. Omstreeks dezelfde tijd heb ik ook een cursus in het Erfgoedlab gevolgd over burgerwetenschap (citizen science). We moesten daarvoor ook een casus indienen. Ik had al lang het idee om ‘iets’ met verfreceptenboeken te doen dus ik heb mijn casus ingestuurd, niet wetende dat ik het ook echt zou mogen uitvoeren.”
‘Het is belangrijk om de collectie uit het depot te krijgen’
Jantiene wil met het project de verhalen achter de collectie verfreceptenboeken zichtbaar maken. Samen met onderzoekers en wetenschappers wil zij de receptenboeken onderzoeken en er vragen aan stellen: de (sociaaleconomische) context van de receptenboeken, kennis van het ambacht, planten, handelslijsten, recepten uitproberen. “We werken vanuit vragen van de onderzoekers over de verfreceptenboeken. De uitkomst van het project staat dan ook niet vast. Het project is veelomvattender dan alleen de receptenboeken. De context van de boeken is interessant, het maken van een connectie tussen Tilburg en de wereld. Het zou mooi zijn als onderzoekers uit andere landen meedoen aan het project. We willen onderzoek doen in primaire en secundaire bronnen. Ik vind het leuk als mensen leren en zelf ontdekken. Het is belangrijk om de collectie uit het depot te krijgen, om het zichtbaar te maken. Ik kan zelf wel blijven kijken, maar daarmee komt het nog niet naar buiten. De resultaten van het project zullen o.a. te zien zijn in de tentoonstelling To Dye For, maar ik wil ook graag een website en een publicatie maken, en natuurlijk een symposium organiseren waarin de resultaten gepresenteerd kunnen worden.”
Historisch Café over verfrecepten
Jantiene van Elk vertelt in het online Historisch Café van Regionaal Archief Tilburg over verfreceptenboeken en het project. Dit vindt plaats op donderdag 25 maart van 19.30 tot en met 20.30 uur, afgesloten met een kennisquiz (met een leuke prijs!).
Kijk op de website van het TextielMuseum voor meer informatie over het project rond de verfreceptenboeken.
Het portret van Jantiene is gemaakt door Anja Dierx, de foto waarop Jantiene een stalenboek laat zien is gemaakt door Maria van der Heyden.