Op 20 december 1944 schrijft onderwijzer, componist en dirigent Piet Bisselink (1881-1969) vanuit Tilburg een brief aan zijn nicht Lena Damen, waarin hij de dood van zijn zoons bij de bevrijding van Kaatsheuvel eind oktober 1944 beschrijft.
Op 28 oktober 1944, Tilburg en Loon op Zand zijn de dag ervoor bevrijd, zijn de inwoners van Kaatsheuvel in afwachting van de geallieerde troepen. De hele dag wordt er geschoten, maar er gebeurt verder weinig spannends. Omstreeks 20.15 uur wordt het huis van de familie Bisselink getroffen door een granaat. Zoons Leo en Fons rennen naar buiten om naar de schuilkelder in de tuin te gaan. Beide jongens worden onder het puin van het instortende achterhuis bedolven. ‘Moeke’, die hen naloopt om ze terug te roepen, raakt gewond.* De familie Bisselink brengt de daaropvolgende dagen door bij de Zusters in de kelder totdat Kaatsheuvel bevrijd is. De bevrijding kost het leven aan achtendertig mensen. Op 2 november 1944, Allerzielen, worden Leo en Fons- samen met andere overledenen van de bevrijding- begraven in een massagraf op het kerkhof bij de Sint Janskerk in Kaatsheuvel.
In de brief wordt ook beschreven hoe het de familie Bisselink de weken daarna vergaat. ‘Moeke’, die gewond is, wordt opgenomen in een ziekenhuis in Eindhoven. Wanneer ze op 3 november weer thuis komt, is het in Kaatsheuvel nog niet veilig vanwege Duits granaatvuur. De familie Bisselink logeert de daaropvolgende vier weken bij zoon en broer Theo en zijn vrouw Dina in Tilburg.
Over deze ingrijpende gebeurtenissen componeert Bisselink in de jaren 1948-1949 het muziekstuk Toxandrië
Een goed bewaarde brief
Lena Damen heeft de brief ontvangen en bewaard. Haar zoon, Harry Geurts, schonk de brief afgelopen najaar aan Regionaal Archief Tilburg.
De hele brief is gedigitaliseerd en online te raadplegen in Archief 1102, Collectie documentatie Loon op Zand, nr. 79.
*Met ‘Moeke’ wordt Johanna Wilhelmina (Anna) Kleipenning (1885- 1973) bedoeld, de vrouw van Piet en de moeder van Leo en Fons.