
Woensdagochtend 9 september 2015. De werkdag in Regionaal Archief Tilburg begint. Arjan van Loon slaat een Tilburgs wolboek uit de 18e eeuw open om aan een inventaris te werken. Stom toevallig vindt hij op de pagina die hij openslaat een pen van ganzenveer. Hij loopt naar collega Jojanneke van Zandwijk met de vraag of zij er communicatief iets mee wil doen. Een bericht op Twitter is altijd leuk over zo’n vondst. De
tweet is snel gemaakt en de werkdag gaat verder.
Een uur later melden zich vier studenten journalistiek aan de balie van het archief. Ze willen de ganzenveer graag zien! Jojanneke trommelt Arjan op, die het wolboek uit het depot haalt. Niets leuker dan geïnteresseerde mensen te vertellen over de geschiedenis van dit boek, over een klerk die de administratie van de wolhandel gedetailleerd bijhield, met inkt en een veer, zo ging dat in die tijd. Er wordt
druk gefotografeerd. De studenten zijn eerstejaars journalistiek, nét begonnen aan hun studie in Tilburg (2 weken geleden?) en hebben als opdracht gekregen een stukje te schrijven over een nieuwsitem uit Tilburg. Jojanneke biedt aan hun stukjes te plaatsen op onze website. Na ruim een uur nemen we vrolijk afscheid.
Brabants Dagblad en Gerard Otten van de Stadsgidserij stellen voor de veer op te nemen in de
collectie van Stadsmuseum Tilburg.
Het bericht wordt gedeeld en favoriet gemaakt en door een
trotse vader van één van de studenten getipt.
Via twitter biedt een
volgend clubje studenten zich aan, al even enthousiast over de veer. Onze twitter stream lijkt vol van de ganzenveer! Dit
tweede groepje studenten (ook net begonnen studenten journalistiek) is enthousiast en bli

j te merken dat we zo flexibel en laagdrempelig zijn. Hopelijk zien we ze nog eens terug om een ander verhaal te schrijven over stukken uit onze collectie.
Wie schetst onze verbazing als we de volgende ochtend Brabants Dagblad openslaan en op pagina twee onze ganzenveer wéér terug zien komen! De studente Anne van Item heeft haar stukje doorgestuurd naar de redactie van Brabants Dagblad, die het
plaatste. En uiteraard leverde dat óók weer allemaal tweets op.
Het is maar een ganzenveer, het zijn maar tweets, maar jeetje, wat maken zulke dingen ons werk toch leuk!