
Lobby voor een monument vanaf 1995
Oud-Indiëganger Gé de Vet (1927- ) had midden jaren negentig van de vorige eeuw een droom: een monument voor al die Tilburgers die tussen 1945 en 1962 zijn gesneuveld in het toenmalige Nederlands Oost-Indië. Op dat monument moesten alle namen van die militairen komen. Nabestaanden zouden hierdoor een plek krijgen om hun geliefden te herdenken. Naast de lobby voor het monument nam Gé de Vet het op zich om alle slachtoffers in beeld te brengen. Dat bleek niet eenvoudig te zijn. Vanwege alle privacy regels waren openbare overheidsarchieven vaak voor hem gesloten. Dit feit weerhield hem er niet van zijn zoektocht voort te zetten.
Monument voor Tilburgse oud-Indiëgangers 2001
Voor het ontwerp van het monument tekende architect André Doevendans (1927-2005), zelf ook oud-Indiëganger. Aanvankelijk in 1995 leek er geen draagvlak te zijn voor een oorlogsmonument. Er kwam een comité van aanbeveling, waarin onder andere Yvonne van Rooy en Jan Melis zitting hadden. Een nieuw ontwerp volgde. Het monument symboliseert een Indisch huis met rood dak en met 8 vensters waarin op bronzen platen de namen van de Tilburgse jongens goed leesbaar zijn aangegeven.
Op 19 mei 2001 werd het Indiëmonument aan de Gerard van Swietenstraat onthuld. Jaarlijks vond rond 25 mei, de sterfdag van Generaal Spoor, de herdenking plaats. Het monument is in 2017 verplaatst van de Gerard van Swietenstraat naar het Vrijheidspark (nabij de Bisschop Zwijsenstraat) dat recent voor alle Tilburgse monumenten is ingericht. Vanaf 2017 wordt tijdens de Nationale Dodenherdenking op 4 mei ook voor de gesneuvelde Tilburgse Indiëgangers daar de herdenking gehouden. Tilburgse oorlogsmonumenten , 15th Scottish Division, Zwerfkei van de Coba Pulskenslaan, Indië-monument en het monument Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene, staan in een kring om de betegelde plek waar de vlag staat. Daar omheen staat een stenen bank met de tekst: wij herdenken allen.
Wie zijn die Tilburgse militairen?
Tussen haakjes is het jaar van overlijden vermeld.
Johannes H. Aartsen (1949), Joh. A. Bastianen (1947), Joh. F.M. de Beer (1957), Adr. P. Beerens (1948), Petrus J.J. Bezoyen (1946), Guus A.M. Born (1946), Frans A. van Boxtel (1951), A.J. Brekelmans (1945), Joh. F.A. Brokken (1946), Math. J. de Bruijn (1950), Michiel H. Dikmans (1945), Joh. C. van Dongen (1948), Jos A.J.M. van Dooremalen (1947), U. du Cloo (1949), Wim J.H, Engelen (1949), Rein A. Hannink (1946), Joh. W. van der Heijden (1947), Marius T.D. Klompenhouwer (1949), Alb. H.A. Kolen (1947), R.J. de Kuyer (1946), Caspar A.J. Laurey (1948), Corn. H.P. de Loos (1947), Jan H. van Luijk (1948), Petrus M.G. Manie (1962), Petrus A.C. Michielsen (1946), Gerard J.B. Mutsaers (1947), Joh. B.M. Oerlemans (1947), L.J. Paaijmans (1947), J. Paters (1945), Joh. F. Pijnenburg (1947), Petrus A. van Riel (1948), Johan L.A. de Rooij (1946), Frans Scheepers (1947), Henk Schuwer (1948), Wim F.P.M. Simons (1947), leo A. van Spaendonck (1948), Bernard J. Spape (1949), Gerard L. Tahey (1947), Nap. J.D. Theuns (1949), Henk W.C. Verbunt (1946), Johannes M.C. Vereijken (1946), Frans van Vroenhoven (1948), Henk M.C. Waijers (1950), Bernard P.F. van Wees (1946), Cornelis van Wingerden (1947) en Frans J.M. van de Wouw (1949).
.tmb-small.jpg?Culture=en&sfvrsn=6887fe5c_1)
Archief
(1677)
Met de documentatie en archief over de Tilburgse oud-Indiëgangers is er een extra monument bijgekomen, dit keer bij het Regionaal Archief Tilburg. Het zorgt ervoor dat de geschiedenis van deze Tilburgers niet vergeten gaat worden.
Het meest bijzondere onderdeel vormt de documentatie van de slachtoffers met bidprentjes en foto's.
De zoon van Gé de Vet, inmiddels zelf voorzitter, schonk mede namens zijn vader, het archief.