Op 28 juni 1914 vermoorde de Bosnische activist Gabriel Princip de Oostenrijkse troonopvolger, Franz Ferdinand, en zijn echtgenote tijdens een bezoek aan Sarajevo. Deze daad leidde tot een wereldomvattend conflict dat vier jaren zou duren: de
Eerste Wereldoorlog, ook wel bekend als de 'Groote Oorlog'. Nederland verklaarde zich neutraal en mobiliseerde de land- en zeemacht. In en nabij Tilburg werden zo'n tienduizend soldaten gelegerd om de grenzen te beschermen.
Begin oktober 1914, tijdens en na de belegering van Antwerpen door Duitse troepen,
werd Tilburg letterlijk overstroomd met Belgische vluchtelingen, duizenden per dag. In Tilburg reden de treinen met vluchtelingen af en aan. Veel Belgen arriveerden niet per trein, maar te voet, met paard en kar, op de fiets. Een enkeling kwam per auto. Moe, uitgeput en bang. Dit leverde ellendige taferelen op van uitgehongerde, versufte mensen, huilende kinderen, zieken, een vrouw met een dood kind in de armen.
Het Tilburgsch Vluchtelingencomité, onder leiding van Frans Verbunt, had het er druk mee. Alle vluchtelingen moesten bij aankomst geregistreerd en ingeënt worden, verder hadden ze dringend behoefte aan eten, onderdak, kleding en inlichtingen. De aangroeiende menigte vluchtelingen stelde het comité en het gemeentebestuur voor problemen; alle beschikbare ruimtes werden al bezet door de gemobiliseerde militairen. Hierdoor was geen gebouw meer beschikbaar voor de (onvermogende) vluchtelingen. Het kwam geregeld voor dat vluchtelingen de eerste nachten in de wachtkamers van het station overnachtten, of in een goederenwagon met stro op de vloer. Toen heel Tilburg overvol was werden vluchtelingen met extra trams doorgestuurd naar Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Kaatsheuvel, Dongen en ’s-Gravenmoer.
Het Tilburgse gemeentebestuur wilde dat de Belgische vluchtelingen zo snel mogelijk weer naar huis terugkeerden. Ook de Duitse bezetter was gebrand op de terugkeer van de Belgen om het dagelijks leven weer de normale gang te laten gaan. Al op 16 oktober 1914 deed de burgemeester van Tilburg,
Raupp, een dringende oproep aan de Belgische vluchtelingen om weer naar huis terug te keren. Vrijwel alle vluchtelingen bleven waar zij (veilig) waren, in Tilburg.
Toen er geen gehoor werd gegeven aan de oproep om terug te keren naar België, besloot de burgemeester tot drastischer maatregelen: hij stopte per 25 oktober de geldelijke vergoeding voor Tilburgers die Belgische vluchtelingen in huis hadden opgenomen. Deze maatregel werkte wel. De Nederlandse regering bood de vluchtelingen wel gratis vervoer aan naar hun thuisland.
Het is niet duidelijk hoeveel Belgische vluchtelingen er uiteindelijk in Tilburg waren, ondanks de tellingen en de registratie bij aankomst (die soms wat te wensen overliet). De schatting is dat het er tussen de twaalf- en vijftienduizend zijn geweest. Enkele jaren geleden, in 2014, zijn alle registratiekaarten - in totaal 15.713- van de Belgische vluchtelingen gedigitaliseerd en op naam toegankelijk gemaakt. Klik
hier voor de database Belgische vluchtelingen.