Deze serie blogs gaat over de sporen van het rampjaar 1672 die in de archieven zijn terug te vinden.
In de resolutieboeken van Oosterhout ontbreken de jaren 1669-1672 in hun geheel. Over die periode beschikken we daarom niet over de officiële reacties van het dorpsbestuur op de oorlogssituatie. Er zijn enkele ordonnanties uit 1673 en dan pas weer uit eind 1675. De turbulente tijd heeft er blijkbaar voor gezorgd dat niet alle stukken bewaard zijn gebleven of het dorpsbestuur heeft niet alles goed geregistreerd.
Daar staat tegenover dat er in het archief wel veel documenten zitten die een mooi inzicht geven in de kosten die de heerlijkheid Oosterhout heeft betaald in 1672 en de jaren daarna.
De Franse legers vormden een voortdurende bedreiging. Als een soort vrijwaring hief de Franse bezetter zogenaamde contributies die fors konden oplopen in de loop der tijd. De betalingen werden al opgelegd vanaf mei 1672 en dienden voor la protection et sauvegarde du Roy. Per twee maanden betaalden alle plaatsen in de Baronie van Breda 11.111 gulden en 160 runderen. Dergelijke grote sommen geld kon de gemeenschap niet opbrengen en dus ontstonden er achterstallige betalingen. Na de Vrede van Nijmegen in 1678 moesten de dorpen nog steeds betalingen doen van die contributies. De contributies bestonden niet alleen uit geldbedragen zoals we al zagen, maar in bv. op 22 juni 1673 leverde de Baronie 22011 rations fourage aan het magasin de Maseijck.
De inwoners van Oosterhout leverden o.a. in juni en juli 1673 pallesaden aan de stadt Breda ten dienste ende tot fortificatie. Deze palissaden bestonden uit boomstammen of dikke takken die werden gebruikt om de stadsmuur en andere fortificaties te versterken. Hoofdleverancier was de heer Snellen die 138 palissaden voor zijn rekening nam. Vervolgens zijn de namen van een kleine 700 Oosterhouters opgesomd, verdeeld per buurtschap en de hoeveelheid palissaden die zij hebben geleverd. (link naar bron) In totaal leverde Oosterhout 2874 palissaden tegen een vergoeding voor de leveranciers van 3593 gulden en 15 stuivers. De meeste kwamen uit het buurtschap Middelwijck (1135) en de minste uit Ter Aelst (30). (link naar bron) Kwitanties van Jochum Ackermans, Cornelis Jans, Jacob Arienssen de Langh, Ariaen Lenaerts Rutten en Rochus Ackermans tonen aan dat de palissaden, stormpalen en fasijnen (fascines: bundel takken om o.a. verdedigingswallen te versterken) e.d. per schip vanuit Oosterhout naar Breda werd vervoerd. (link naar bron)
En zo waren er veel meer kosten voor de dorpsgemeenschap. De legers hadden voor het vervoer regelmatig wagens (vrnl. voor vervoer van personen) en karren (vrnl. voor vervoer van goederen) met paarden nodig en de voerlieden om de karren te besturen. Van 1672-1680 kostte dat de Oosterhoutse gemeenschap ruim 11.500 gulden met als topjaren 1674 (3742 gulden) en 1676 (3936 gulden). Passerende en logerende legeronderdelen hadden behoefte aan kost en drank. De rekening daarvoor aan herbergiers en inwoners bedroeg meer dan 8750 gulden in dezelfde periode. De leveranties van hooi en stro voor paarden en manschappen liepen op tot bijna 6000 gulden.
In juli 1676 worden de inwoners van Oosterhout opgeroepen om zich te melden voor werkzaamheden bij Maastricht. Deze stad was in recordtempo veroverd in 1673 door koning Lodewijk XIV in hoogst eigen persoon. Stadhouder Willem III was van plan deze verovering ongedaan te maken. Dat zou niet gebeuren. In deze strijd zocht de stadhouder hulp bij werklieden die mee moesten werken aan de belegering. Op 30 juni 1676 vaardigde de stadhouder het bevel uit waarin hij arbeiders vorderde. De baronie van Breda moest 1000 personen leveren en 50 karren met paarden en voerlieden. Het deel voor Oosterhout bedroeg 159 personen metten schup ofte bijl en acht karren.
Het is nogal een onderneming om helemaal vanuit Oosterhout naar Maastricht te reizen en daar een bepaalde periode werkzaamheden uit te voeren. De mannen moesten zich melden omstreeks 8 juli. De aanhef van iedere lijst bevat weer andere elementen. Blijkbaar was deze opdracht niet geliefd en moest er een boete van 25 gulden per persoon en 50 gulden per kar aan te pas komen om de juiste motivatie te krijgen.
Er zijn lijsten met personen die niet in Maastricht zijn aangekomen of er wel zijn geweest maar te vroeg weer zijn vertrokken. Als je was aangewezen om naar Maastricht te gaan kon je ook een plaatsvervanger zoeken die in jouw plaats ging. Dat zie je ook in de lijsten terug.
De personen die voor maestricht niet geweest zijn worden uiteraard bezocht voor een verklaring en van de acht personen zeggen er drie geen raet te weten. De anderen zeggen dat ze het gaan oplossen door iemand te zoeken of het te zeggen als de persoon in kwestie weer thuijs comt. Van tien mannen is bekend dat zij wel bij Maastricht zijn geweest maar vant wercken gaen loopen. Twee van hen zijn ziek thuisgekomen. 27 personen zijn nog aanwezig bij Maastricht. Een andere lijst toont 18 personen die op 18 juli zijn vetrokken uit Maastricht.
Een andere lijst geeft een totaaloverzicht van de mannen uit Oosterhout, per buurtschap, die bij Maastricht moesten werken en zijn vertrokken met datum van vertrek en datum van vertrek naar en terugkomst uit het leger. Daar staan ongeveer 150 namen op. Daarvan zijn er 15 gedeserteerd en 15 ziek terug gekomen. De omstandigheden zullen daar niet optimaal zijn geweest en mogelijk heerste er een of andere epidemie.Per naam staat er bij of die zelf is gegaan of een plaatsvervanger heeft gestuurd, of hij de hele tijd heeft gewerkt of eerder is vertrokken of gedeserteert.
De meeste mannen die zijn gebleven waren op 5 augustus weer thuis in Oosterhout. De zieken kwamen meestal al eerder terug uit Maastricht.Dit soort gegevens zijn mooie aanvullingen op een stamboomonderzoek.
Er is een geval bekend van een man die terugkwam met het root melisoen onder de leden. Het gaat om Thomas Peeter Luijcken. Hij vertrok op 6 juli samen met andere pioniers naer het leger van sijne hoogheijt, voor maestricht omme aldaer te wercken. Hij keerde op 22 juli terug in de avond bij het huis van Cornelis Jan Fick klagende tegens hen, dat hij geheel sieck ende met het root melisoen besmet was.. Hij wilde graag in het huis slapen maar dat weigerde Cornelis Fick, om dat sijne familie met gelijcke schadelijcke sieckte niet soude besmet worden. De mannen die samen met Thomas uit het leger terugkeerden naar Oosterhout verklaarden dat hij deze ziekte onder de leden had. Een verklaring over dit voorval is opgetekend op 24 juli 1676. Het wrange is dat Thomas Luijcken naar Maastricht vertrok in plaats van Cornelis Jan Fick. (link naar bron)
Het liep slechter af met Adriaen Cornelis vanden Corput. Hij was ook vertrokken uit Oosterhout om bij Maastricht te werken. Bij de gevechten daar is zijn been er af geschoten. Op 27 juli 1676 kwam dokter Montens bij hem om Adriaen te visiteren en te kijken hoe het er voor stond. Hij kwam te laat want Adriaen was kort daarvoor overleden. (link naar bron)
Nog in 1682 zijn er inwoners van Oosterhout die zich beklagen over de vergoeding die ze hebben gekregen toen ze in 1673 met het leger mee moesten naar Bonn. Volgens de bezwaar- en verzoekschriften was hen beloofd dat ze een vergoeding zouden krijgen van zes gulden maar is hen uiteindelijk maar vier gulden per dag uitbetaald. Het ging in dit geval om mr. Nicolaes Phenicx. Philips Bosson, Peeter van Loon, Adam vander Veecken, Jan Huijbregt Jan Gijben, Dirck Rijnierssen Colen en Henderick Rijnierssen Colen. Zij kregen de opdracht omme te gaen naer het leger marcherende naer bon, ider met een karre met twee paerden ende twee voerluijden. Daarbij is afgesproken dat bij verlies van een paard zestig gulden zou worden betaald en bij verlies van een kar kregen ze ook een niet bepaalde vergoeding. Uiteindelijk krijgen ze geen gelijk en dus geen extra vergoeding. (link naar bron)
Zoals in alle plaatsen was het dorpsbestuur nog jaren bezig met het gladstrijken van de financiële gevolgen van deze oorlog. Extra belastingen bleven noodzakelijk om alle opgebouwde schulden af te lossen ook na de Vrede van Nijmegen in 1678.
In deze serie:
Het Rampjaar 1672 in archieven (1)
Het Rampjaar 1672 in archieven (2): Geertruidenberg
Het Rampjaar 1672 in archieven (3): 's Gravenmoer
Het Rampjaar 1672 in archieven (4): Loon op Zand
Het Rampjaar 1672 in archieven (5): Hilvarenbeek