Het rampjaar 1672 in archieven (12): Tilburg en Goirle

8
27-01-2023
  • rampjaar
  • 1672
  • Goirle
  • Tilburg

Deze serie blogs gaat over de sporen van het rampjaar 1672 die in de archieven zijn terug te vinden. 

De heerlijkheid Tilburg en Goirle lag in het "hart van Brabant” en was een groot dorp, waarschijnlijk het grootste van de hele Republiek. Verstoken van waterwegen lag het open en bloot in het Brabantse land. Vanwege de wolnijverheid kende het dorp een behoorlijke welvaart die gevoed werd door de Gouden Eeuw in de Republiek.

Er is behoorlijk wat informatie bewaard gebleven in het archief van het dorpsbestuur. Hieronder volgt een bloemlezing.

Op 13 maart 1672 zijn de gecommitteerden van de Raad van State door Tilburg getrokken op weg van 's-Hertogenbosch naar Breda. Is alhier comen inlogeren prins Frits met alnoch de wel gemelte Heeren gecommitteerdens vanden Bosch herwaerts convoijeerden ontrent de vier hondert sterck te peert ende te voet.  Die overnachting kostte de bewoners 210 gulden.

Dit betreft waarschijnlijk prins Frederik van Nassau-van Zuylestein, een bastaardzoon van Frederik Hendrik van Nassau en Margaretha Catharina Bruyns. Hij werd in april 1672 generaal van de Staatse infanterie. Zijn nazaten, de tweeling Julie Anne en Pamela Margaret Nassau, zijn de enige nog levende nakomelingen in mannelijke lijn van Vader des Vaderlands Willem van Oranje.  

Op 4 april 1673 kwamen er 3000 dragonders en andere ruiters onder commando van de graaf van Nassau. Zij bleven tot de de middag de dag daarop hebben de selve getauxeert op sesendertich stuijvers iederen man met sijn peert in eeten, drincken, haver en de hoij als ander servies. Dat kostte de Tilburgse gemeenschap  5400 gulden 

Op 24 april hebben in Tilburg gelegen 300 ruiters die sijn hoogheijt den Heere prince van Orangie etc. naer den Bosch hadden geconvoijeert. Zij bleven een nacht en wachtten op de gouverneur van Breda met ongeveer 450 man die zich aansloot en die oock ontrent de twee uijren voijeren. Dat kostte samen 800 gulden.
( Link naar bron)

Op 28 april 1672 kwam het bevel vanuit Den Haag, via de kwartierschout van Oisterwijk Johan de Ruijter, om goede ende sufficante slagh-boomen  te plaatsen omme daerdoor het in coomen van alle vijandelijke troupes in de selve te weeren.   Daarbij kwam er een waarschuwingssysteem door middel van het cleppen van clocken. Voor de verdediging werd het toegestaan dat alle bequame manspersonen inde wapens mogen worden gebracht. Op 16 april was al het bevel gekomen om tot het oproepen van geschikte mannen over te gaan. Opmerkelijke toevoeging bij dit bevel de voorschreven opgesetenen te platten lande te verseeckeren dat de selve alleen tot bewaeringe der frontieren geemploijeert ende geenzints ter zee gebruijck sullen worden...
(Link naar bron)
Volgens een specificatie zijn er zes slagbomen geplaatst voor de prijs van totaal 120 gulden. (link naar bron)

De gevolgen van de invallen deden zich in 1672 meteen gelden op een zodanige manier dat het dorpsbestuur zich genoodzaakt voelde in november en december van dat jaar 3000 en 4000 gulden op te nemen om de tekorten aan te vullen. De twee machtigingen die daarvan bewaard zijn gebleven bevatten de handtekeningen van 22 mannen die zich mede garant stelden voor deze schuld. Jan Cornelis Somers, borgemeester, kreeg de opdracht om dat geld te gaan lenen in 's-Hertogenbosch.

In 1672 richtte het dorpsbestuur van Tilburg een verzoekschrift aan de Raad van State. Daarin vertelden de schepenen dat de fransche volckeren door last ende commando van den Graven van Chamelij hun al op den 24 junij jonghstleden hebben over vallen, gespolieert ende van alle haere meubele goederen berooft omdat zij volgens het rigeureux aenschrijven van den gemelten Grave, maer ter obedientie van haer ho: mo: bevelen niet aen den Coninck van Vranckrijck en hadden willen contribueren, dat zij daer deur wel ruijm 180000 gulden hadden verlooren... Daarbij kwam nog een schadepost van 25000 gulden voor de borgemeester en drije van zijnde naeste gebueren ter selver tijt door de voorschreven invasie ende plunderinge....

Om deze schade te boven te komen verzocht het dorpsbestuur om gedurende drie jaar haerder verpondinge, mitsgaders den impost opt slach ende gemael mette cleijne specien ende het soutgelt ingegaen prima Aprillis 1672 tot den eerste April 1673 niet te hoeven betalen. 

De Raad beslist op 22 november 1672 dat het verzoek zal worden ingewilligd maar slechts voor een periode van zes weken. 

 

 

 

 

 

 

 

 

^ Kwitantie van Cornelis Jan Peter Adams wonende in de wijk Oerle die soldaten die in Tilburg lagen met die keijr gheweest nae breda. Hij vertrok op 11 november en den 12 november tuijs ghecomen.

Deze plundering is behoorlijk gedocumenteerd door de inwoners die opgave deden van wat ze zijn kwijtgeraakt. Er is een lijst die is opgemaakt in januari 1695. Waarom ze zoveel jaren hebben gewacht met het opstellen van deze lijst is helaas niet duidelijk.

De beschrijving van de plundering is hierin kort samengevat.
Op den 24e junij 1672 snachts ontrent ten twee uren sijne vervallen ende seer miserabel geplondeert door een franse troep ruijterije, ontrent tussen de drie a 4000 man sterck, sijnde gecommandeert door de grave van Chamelij, waer door de voornoemde ingesetenen van alle haere meuble wol ende wollelaeckens, paerden, vee als andersints sijn berooft, ende daerenboven verscheijde lieden doot geschooten, omdat sij volgens het rigeureux aenschrijven van gemelten grave niet en wilde contribueren aenden coninck van vranckrijck, en op het midste  ider voor sijn particulier vande voornoemde ingesetenen wel soo veel hebben verlooren gelijck hier onder staet gespecificeert.
Dan volgt een opsomming waarvan sommige posten uit de overlevering worden opgetekend omdat het pas 23 jaar na dato is genoteerd. In de lijst staan 68 posten die variëren van 25 gulden tot 9000 gulden. Enkele bijzondere vermeldingen: 

- Anthonijs Soffaaerts verloor 2000 gulden en sijn schoon vader, soodanig getracteert dat hij daer van corts daer na is gestorven ende daerenboven nog schade 3000 gulden. Daarmee hield het niet op want een van zijn broers is gevanckelijck mede genomen met name Mattheus ende opde marsch gerantsoeneert voor hondert ende vijftig gulden
- de weduwe Hendrick Staekenborgh haer man aen de paerdestaert gebonden 800 gulden 
- de weduwe Jan Schijp ontrent 200 gulden ende daerenboven haer man seer miserabel geslagen ende gestooten daer van hij corts daer naer is gestorven. 
- de weduwe Jan Gorems verclaert ontrent de drie hondert gulden verlooren te hebben ende desselffs man doot geschooten.
- Willem Stakenborgh 300 gulden ende sijn vader doenmaels doot geschoooten. 

Al in 1672 is er verslag gedaan van de plundering door de Franse troepen door Laurens van Gils, secretaris van Tilburg en Goirle. Hij had de opbrengst van de 40ste penning ontvangen over het eerste half jaar van 1672.  
Het ging volgens hem om een Troup ruijteren eenige duijsende sterck die in de nacht van 24 op 25 juni in Tilburg hebben huisgehouden. De plunderingen vonden plaats voornamentlijck ontrent den Heuvel ende kerck.  Ze roofden niet alleen gelt, silver, linnen ende wolle maer oock tot het hemd toe soo mannen als vrouwen hebben ontbloot. Ze hebben mensen ook gevangengenomen en bovendien de registratie meegenomen en de opbrengst van de 40ste penning zat daarbij.

In 1675 stuurden de schepenen van Tilburg en Goirle een verzoek aan de Raad van State waarin ze vroegen om teruggave van hun archief. Tilburg en Goirle hadden na de oproep van de Raad van State in 1672 hun archief, registers, charters ende papieren raackende de gemeente der selver heerlijckheijt  overgebracht naar 's-Hertogenbosch om te voorkomen van de Fransen de papieren en charters zouden vernietigen of stelen. Ende also hare furien Godtloff nu seer sijn vermindert  willen ze het archief weer terug naar het dorp brengen. De afwezigheid van het archief levert nu groot ongemak op omdat men anders tot groote costen ende moijten daeromme t’elckens binnen de voorschreven hoofstad moet gaan om d’ingesetenen, ende andere geinteresseerden daar uijt promptelijck te connen dienen".  

Er was voor al die soldaten voortdurend bevoorrading nodig waaraan alle dorpen een bijdrage dienden te leveren. 

4 juni 1672 had Tilburg op aanschrijven van de kwartierschout van Oisterwijk elf karren gestuurd naar 's-Hertogenbosch om aldaer te laden Broot, kaes, bier ende haver etc. Omme tselve te brengen tot Oisterwijck ten behoeve van twee duijsent Spaense ruijters, die aldaer soude comen liggen. Aangekomen in 's-Hertogenbosch hebben ze maar vier karren geladen voor Oisterwijk terwijl de andere zeven karren werden gevorderd door de gouverneur van de stad. Deze karren werden ook geladen met proviand dat met legers naar andere steden zoals Nijmegen werd vervoerd. Deze zeven karren bleven elf dagen weg en de vier karren naar Oisterwijk zijn vier dagen weggeweest. In totaal kostte dat het dorp aan de vervoerders 279 gulden.

In het contigent van zeven karren die naar Nijmegen gingen is de kar met paard van Jan Cornelis van Gorp door de Fransen overvallen en achtergebleven. Van Gorp vraagt 160 gulden ter compensatie.

Op 11 oktober vroeg de gouverneur van 's-Hertogenbosch om naar de Langstraat te gaan en daar hooi te laden voor de stad. Tilburg stuurde 21 karren met voerlieden die drie dagen weg zijn geweest tegen de kostprijs van drie gulden. Dat bracht de totale kosten op 189 gulden. (Link naar bron)

Tilburg was een uitgestrekt dorp en het registreren van alle gemaakte onkosten door de bevolking was een hele operatie. Er zijn veel lijsten met ingekwartierde soldaten bewaard gebleven, niet alleen uit deze jaren. Die verantwoording was van belang bij pogingen om (gedeeltelijke) restitutie te krijgen vanuit de centrale overheid. Die kon bestaan uit betaling van geld maar meestal door korting op te betalen belastingen. Zonder serieuze onderbouwing  maakte je weinig kans omdat natuurlijk vanuit het hele land verzoekschriften richting Den Haag gingen om tegemoetkoming in de gemaakte kosten of (meerjarige) belastingverlaging.
 

< kwitantie voor Cornelis Hems wonende in de wijk kerck die een trompetter ende twe ruijter met vier perden op 29 mei gedurende 1 nacht in huis had.

Regelmatig worden die specificaties opgemaakt per herdgang waardoor er een degelijk beeld ontstaat van de verspreiding van de ingekwartierde soldaten over de dorpen Tilburg en Goirle. 

De dorpen waren ook verplicht om arbeiders te leveren voor het herstellen van verdedigingswerken, met name in de steden.  Tilburg moest ook zijn contigent leveren voor verbetering van de Isabella Schans, het slopen van de Pettelaarschans en de sloop van het dorp Orthen. Die werkzaamheden moesten de dorpen uitvoeren door het leveren van arbeidskrachten en materiaal. Als ze daar niet aan voldeden dan werd het werk aanbesteed en kregen de dorpen de rekening daarvoor gepresenteerd.

Voor het werk aan de Isabellaschans in 's-Hertogenbosch leverde Tilburg 75 palissaden en schanskorven. Ze betaalde  ook voor arbeidskrachten die ingehuurd moesten worden de som van 433 gulden en voor versterking van een fort bij Heusden maar liefst 1175 gulden.

Voor het slichten van de Pettelaarschans leverde Tilburg in 1673 gedurende vijf weken 20 mannen.  (Link naar bron) Op 26 juli 1673 betaalde Tilburg voor arbeiders die in het leger hebben gewerkt achter Wasbeeck en daar een trenchement gemaakt hebben de som van 272 gulden. (trenchement of retranchement is een verdedigingswerk bestaande uit loopgraven en wallen, mogelijk iets als een schans)

Soms kwamen er ook gewonde soldaten in het dorp die verzorging nodig hadden. Den dertigsten October sesthien hondert vier ent seventich hebben alhier gelogeert een parthije qequetste, sterck ontrent de dertich met de vrouwen comende vande Graeve hebben verteert de somme van 18-0-0  (Link naar bron)

Op 1 augustus 1674 woedde er een vreselijke storm. Item is inden jaere sesthien hondert vierentseventich voorschreven door het tempeest van wint alhier binnen deser heerlijckheijt twee wint coren molens om verre geweijdt als mede met een huijs vrij geweest vande selven windt off is ontbloot geweest van pannen ofte dack ende met menichte om verre gevallen waer door wij ten minsten wel schaede geleden hebben ter somme van 25000 gulden. 

Deze tornado, het Schrickelijk Tempeest genaamd heeft in Utrecht dusdanig huisgehouden dat het middenschip van de domkerk is ingestort. (Link naar bron)  ( Meer info op website KNMI

Ende sanderendaeghs naer het tempeest van windt soo is noch soodanigen hagelslach gevallen dat op verscheijde plaetsen den Boeckweijt, garst ende haver is affgeslagen geweest ende den rogh op veel plaetsen uijt, waer door wij wel schade geleden hebben ten minste ter somme van 12000 gulden. Dat kon er ook nog wel bij.

Goirle heeft een serie eigen rekeningen met uitgaven waar het dorp zelf verantwoording over moet afleggen. In de rekening over 1676 staan diverse vermeldingen over leveranties aan passerend en logerende troepen.

Op 28 februari betaalt de borgemeester 1 gulden 10 stuivers betaalt aan een fransen tamboer zodat hij de gevangen ver bij leijde. Dat was een beproefde methode om er voor te zorgen dat de tamboer niet een hele dag in Goirle bleef en meer geld kostte.

< vermelding van 28 februari in de rekening van Goirle voor de Franse tamboer dat hij de gevangen ver bij leijde... 

 

Er kwamen ook regelmatig een trop ruijter langs vanuit Breda die bv. naar Turnhout werden geleid zodat ze niet in het dorp bleven. Dergelijke posten komen herhaaldelijk voor. 

Op 7 juni 1676 verscheen een troep Franse die ontvingen van de goirlese borgemeester ii pont gerocckt vles en 9 ½ pont hals vles noch eenen stuijver toeback pijpen. In totaal bedroegen de kosten 2 gulden 17 stuivers. 

Op 18 juli 1677 betaalden de borgemeesters aan Gosen Elias en Peter Cornelis Selen voor de karren in het leger voor Maastricht. Ider van hen ontving 125 gulden als vergoeding voor hun dienst.

(Link naar bron)

Er is echt nog veel meer te vinden over deze oorlog in de archieven van het dorpsbestuur van Tilburg en Goirle.

In deze serie:

Reageren

Contact en informatie
sluit Hulp nodig?
We helpen je graag van maandag t/m vrijdag van 10:00 tot 16:00 en van 19:00 tot 22:00 uur via chat.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag wel stellen via een e-mail naar info@regionaalarchieftilburg.nl.

sluit Online op dit moment
chatOnline -
Stel een vraag